In dit artikel nemen wij u mee in de ziektes ME en CVS. We staan stil bij wat de ziektes precies inhouden en de vraag of het dezelfde ziektes zijn of dat er een verschil is. In het kader van arbeidsongeschiktheid beschrijven we vervolgens hoe het UWV en de rechtbank omgaan met deze ziektes. Na het lezen van dit artikel is voor u duidelijk waarmee u rekening moet houden als het gaat om arbeidsongeschiktheid en ME en CVS.
Wat is ME en CVS?
ME staat voor Myalgische Encefalomyelitis. Bij ME heeft men last van ontstekingen in de hersenen en het ruggenmerg. Vaak treedt daarbij spierpijn op. In de meeste gevallen gaat het om een chronische ziekte met een grillig verloop. Het functioneren van vele systemen in het lichaam, waaronder bijvoorbeeld het immuunsysteem, wordt door de ziekte overhoop gegooid. Helaas is de oorzaak onbekend. Het is door onderzoek wel in verband gebracht met bepaalde virussen, zoals het herpesvirus.
Hoewel ME vaak gepaard gaat met (ernstige) vermoeidheid, is dat niet het kernsymptoom. Mensen die ME hebben ervaren met name dat de klachten verergeren bij ook maar de minste inspanning. Daarnaast herstellen zij hiervan maar moeilijk of zelfs helemaal niet. Bij de klachten moet u denken aan:
- Spierpijn;
- Hoofdpijn;
- Vergeetachtigheid;
- Gewrichtspijn (soms zelfs fibromyalgie);
- Hartritmestoornissen, enzovoorts.
CVS betekent: chronisch vermoeidheidssyndroom. Het gaat dus om chronische vermoeidheid. Het is iets anders dan ME, hoewel vaak van ME-patiënten wordt gezegd dat zij “slechts” chronisch vermoeid zijn. De diagnose wordt gesteld wanneer sprake is van langdurige, ernstige vermoeidheid zonder duidelijk aantoonbare reden. Er is nader onderzoek nodig naar de oorzaak van de CVS. CVS komt vaak kijken bij bepaalde (ernstige) aandoeningen, zoals kanker of MS. Ook bij ME is chronische vermoeidheid een symptoom.
Erkenning ME en CVS?
Alweer een jaar geleden heeft Kamerlid Ploumen (PvdA) een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht “uit te dragen” dat zij ME en CVS beschouwt als een chronische ziekte. Volgens Ploumen draagt dit bij aan het wegnemen van veel frustraties en obstakels bij ME- en CVS-patiënten. Zij legt daaraan ten grondslag dat de Wereldgezondheidsorganisatie ME en CVS al in 1992 erkende als ziekte. Bovendien adviseerde de Gezondheidsraad in 2005 al dat de ziekten moeten worden erkend als chronische aandoening.
Naast Ploumen heeft ook Kamerlid Raemakers (D’66) een dergelijke motie ingediend. Beide moties kregen steun van alle partijen. Door middel van de moties is, naast erkenning, onder andere verzocht de ME- en CVS-patiënten bij wie de aanvraag van een arbeidsongeschiktheidsuitkering is afgewezen, actief te informeren over de mogelijkheden voor een herbeoordeling door het UWV.
CVS en ME en het UWV
Er is kritiek geweest op de manier waarop het UWV om zou gaan met de beoordeling van ME- en CVS-patiënten. In 2018 is een onderzoeksrapport verschenen van patiëntenorganisaties, waaruit blijkt dat het UWV de ziekte ME vaak niet serieus neemt en in strijd handelt met het advies van de Gezondheidsraad over ME en CVS. De patiënten hebben bijvoorbeeld vooroordelen bij UWV-artsen bemerkt (“Iedereen is toch wel eens moe”?).
Het UWV heeft beleid vastgesteld over de beoordeling van cliënten met ME of CVS bij het UWV. Wat daaruit in ieder geval blijkt is dat het UWV ME en CVS erkent als ziekte. Degene die met een diagnose ME/CVS op het spreekuur komt, wordt beoordeeld door een verzekeringsarts. De verzekeringsarts gaat bekijken of er sprake is van (medische) arbeidsongeschiktheid. Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek omvat (kort gezegd):
- Bestudering van de stukken in het dossier;
- Een beoordelingsgesprek;
- Een medisch onderzoek;
- Indien nodig overleg met derden.
Het UWV benoemt expliciet ME en CVS serieus te nemen:
De stappen die de verzekeringsarts dient te nemen bij de beoordeling van een ME- of CVS-patiënt verschilt eigenlijk niet van de stappen die voor andere aandoeningen worden genomen. In het beleid wordt een richtlijn benoemd die de verzekeringsarts aan het onderzoek ten grondslag zou moeten leggen. Met voornoemde moties is erop aangedrongen dat de richtlijn wordt geüpdatet. Dat heeft tot op heden niet plaatsgevonden, maar er wordt aan gewerkt.
Van belang is dat het UWV cognitieve gedragstherapie ziet als behandeloptie, die een patiënt dan in principe ook zou moeten volgen als de verzekeringsarts dat van belang acht. Dit heeft te maken met het adequate herstelgedrag dat van iemand wordt verwacht. Als de patiënt echter goede redenen heeft de behandeling niet te accepteren en in overleg met de reguliere behandelaar daarvan afziet, is dat geen reden geen uitkering toe te kennen, zo blijkt uit het beleid van het UWV.
Kassa
Recent heeft het programma KASSA aandacht gevraagd voor ME- en CVS-patiënten:
Het UWV heeft in reactie op de kritische uitzending van KASSA aangegeven dat de manier waarop zij patiënten beoordelen op arbeidsongeschiktheid in lijn is met de aanbevelingen van de Gezondheidsraad. Omdat het UWV ME en CVS erkent als ziekten, wordt degene die met deze aandoening op het spreekuur verschijnt, beoordeeld conform de wet- en regelgeving.
Op 19 september 2020 kwam het UWV zelfs met een persbericht als reactie op de uitzending. Het UWV geeft daarin (onder andere) aan uitvoering te geven aan de motie Raemakers. Dat betekent dat patiënten met ME of CVS van wie de aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering is afgewezen, een herbeoordeling kunnen laten doen. Het UWV staat daartoe in overleg met de patiëntenvereniging (ME | CVS vereniging) en informatie volgt wanneer er meer bekend is.
De rechtspraak
In een recente zaak (uitspraak van 1 oktober 2020) speelde het volgende. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelde over de vraag of een vrouw arbeidsvermogen heeft in het kader van haar Wajong-uitkering. Het UWV stelde zich namelijk op het standpunt dat zij inderdaad arbeidsvermogen heeft. Wegens het chronische vermoeidheidssyndroom waar de vrouw al zeer lang aan lijdt, was er volgens haar geen sprake van belastbaarheid voor arbeid.
Zij legde daaraan een rapport van een expert (het CVS ME Medisch Centrum) ten grondslag. De CRvB komt tot de conclusie dat de rechtbank terecht niet hoefde te twijfelen aan het standpunt van de verzekeringsartsen van het UWV. De verzekeringsarts heeft duidelijk en overtuigend gereageerd door uiteen te zetten dat de conclusies van de experts onvoldoende medisch objectief zijn onderbouwd. Daarmee wordt eigenlijk gezegd dat de klachten in de beleving van de patiënt zelf bestaan en er geen medische oorzaak is aan te wijzen.
De CRvB zegt dus in feite dat de rechtbank het goed heeft gedaan door het oordeel van de verzekeringsarts van het UWV te volgen. Deze werkwijze is tekenend voor hoe rechtbanken meestal omgaan met de beoordeling van ziekten of aandoeningen en de daaruit voortkomende beperkingen en mate van arbeidsongeschiktheid. De verzekeringsarts van het UWV wordt als expert gezien op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Een arbeidsongeschiktheidszaak bij de rechtbank staat of valt met een goed deskundigenrapport van een door u ingeschakelde deskundige, of andere medische informatie waarmee uw ziekte en beperkingen kunnen worden onderbouwd. Het doel is de rechtbank te laten twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts van het UWV, zodat beroep een goede uitkomst voor u heeft.
Tot slot
Het is prettig dat er meer aandacht is voor de ziekten ME en CVS. De ziekten worden al langer erkend door de Wereldgezondheidsorganisatie en de Gezondheidsraad. Ook het UWV erkent ME en CVS als ziekten en heeft te kennen gegeven deze aandoeningen ook serieus te beoordelen. De moties hebben weer een serieuze duw in de goede richting gegeven. Het UWV heeft immers aangegeven open te staan voor herbeoordelingen. Dit wil echter niet zeggen dat het in de praktijk ook altijd goed gaat. U kunt uiteraard de hulp van een van onze gespecialiseerde advocaten inroepen! Neem contact met ons op via het contactformulier.
Andere aandoeningen bij arbeidsongeschiktheid
Lees meer hoe het UWV een beoordeling maakt van andere aandoeningen in combinatie met arbeidsongeschiktheid: